Corpus Christi (2019) is een verrassende productie. In de door ware gebeurtenissen geïnspireerde film volgt regisseur Jan Komasa de lotgevallen van een zich als priester voordoende jongeman op het Poolse platteland. Het verleden dat de jonge Daniël met zich draagt en het risico op ontdekking van zijn ware staat geven het verhaal een natuurlijke spanning.
Die spanning wordt op scherp gesteld door het onbevangen optreden waarmee Daniël de kleine gesloten dorpsgemeenschap opschudt. De blauwgrijze lens, waardoor wij Daniël volgen, geeft die spanning letterlijk extra kleur. Het is echter vooral de aard van dat optreden zelf dat diepte geeft en de meermaals bekroonde film uittilt boven een toch al fascinerend relaas.
Het verhaal
Daniël ervaart een priesterroeping, maar vanwege zijn veroordeling blijft de route naar het ambt voor hem gesloten. Fr. Tomasz (in de Bijbel de aartstwijfelaar) laat daarover bij de voorwaardelijke vrijlating van Daniël uit de jeugdgevangenis geen misverstand bestaan.
Wanneer Daniël de dag na die vrijlating bij de houtfabriek aankomt waar hij zich moet melden voor werk, kan hij zich er niet toe zetten om naar binnen te gaan. De lokroep van de kerkklok in het dorp heeft daarentegen wel resultaat. In de dorpskerk wordt hij meteen voor een ex-gedetineerde aangezien. Met een priesterhemd van Fr. Tomasz als bewijs verklaart hij dat hij priester is. Het levert hem meteen een introductie op bij de plaatselijke pastoor.
De alcoholistische pastoor, ‘die niet drinkt’ en die zijn bezieling al lang heeft verloren, vraagt Daniël om hem een paar dagen te vervangen voor een ziekenhuisverblijf. Daniël overwint zijn lichte paniek en grijpt de kans. Naar snel blijkt, blijft de oude pastoor langer weg. Met Fr. Tomasz als voorbeeld en zijn smartphone als praktische hulp, draagt de pseudo Fr. Tomasz zijn eerste mis op, neemt de biecht af, is bij het sterfbed van een dorpeling en dient een doop toe. De bleke, tengere Daniël weet zich door zijn uitbundigheid en flair uit alle penibele situaties te redden.
Hij krijgt al gauw de smaak te pakken. Daniël blijkt een geboren leider. Hij heeft de gave van het woord. Met zijn vlotte stijl zien de jongeren hem als een van hen en door zijn toewijding wint hij het vertrouwen van de ouderen. Vrijmoedig gaat Daniël de machtsstrijd aan met de burgemeester en zet zijn geestelijke gezag tegen hem in, ook in diens functie als eigenaar van de houtfabriek.
Daniël ontdekt dat het dorp wordt verscheurd door een trauma: bij een frontale botsing zijn zeven doden gevallen, allen uit het dorp. Op het gedenkbord in het dorp ontbreekt echter het portret van een van hen: de bestuurder die het ongeval zou hebben veroorzaakt. De oude pastoor weigerde hem in het dorp te begraven en zijn weduwe wordt door het dorp geïntimideerd. Daniël komt achter de ware toedracht: de ‘schuldige’ valt niets te verwijten. Het waren de zes jongeren die na een nachtje uit niet tot rijden in staat waren.
Daniël dwingt het dorp de pijnlijke waarheid onder ogen te zien, ijvert voor een waardige begrafenis en eerherstel voor de zondebok. Daarmee speelt hij hoog spel. Niet alleen confronteert hij de dorpsgemeenschap met zichzelf, ook tart hij de autoriteiten, die bewust en tegen beter weten in de schuld bij het buitenbeentje van het dorp hadden gelegd. Daniëls kansen keren. De burgemeester dreigt met een klacht bij de bisschop. De politieman heeft vraagtekens bij de hoedanigheid van Daniël. Dan wordt hij herkend door een ex-medegedetineerde in de houtfabriek. Komt Daniël hier nog uit? Wanneer de echte Fr. Tomasz ten tonele verschijnt, weet Daniël dat het spel over is.
Vrijheid en gevangenschap
In Corpus Christi staan waarheid en onwaarheid in een paradoxale relatie tot elkaar. De onwaarheid waarop het priesterschap van Daniël berust, brengt waarheid terug in het dorp. Daniël brengt binnen en buiten het kerkgebouw de waarheid van het Evangelie tot leven in het dorp. Vrijmoedig confronteert Daniël de dorpelingen met de waarheid over het ongeval. Hij doorbreekt daarmee de onwaarheid van de wereldlijke autoriteiten, die door de oude pastoor geestelijk werd afdekt.
De tegenstelling tussen waarheid en onwaarheid staat in de film in verband met het spanningsveld tussen vrijheid en gevangenschap. Corpus Christi verkent dat spanningsveld op allerlei manieren: fysiek, sociaal, psychologisch en spiritueel. In spirituele zin zijn de parochianen gevangen onder de gesloten hemel waaronder zij leven. Die wordt door Daniël weer geopend. Psychologisch zijn de dorpsgenoten gevangen in hun boosheid over het ongeval; door de ware toedracht onder ogen te zien, komt er emotionele ruimte voor de omgang met het verdriet en met elkaar. Daniël – ook een outsider in de samenleving – bevrijdt de weduwe uit haar sociale isolement. Zelf vindt hij vrijheid in het beleven van zijn roeping, al eindigt die met terugkeer in de cel. En de oude pastoor? Zelfs hij vindt iets van zijn geestelijke vrijheid terug.
Corpus Christi
De beweging van gevangenschap naar vrijheid voert naar de kernthema’s van de film: offer en verzoening. Verzoening staat voor herstel van gebrokenheid: herstel van innerlijke gebrokenheid, van de gebrokenheid van de gemeenschap en van de gebroken relatie met God. Precies daarin ervaren de parochianen uiteindelijk heling. Daniël laat zien dat het zich vastklampen aan een menselijke zondebok slechts verbittering en vijandschap voedt. Hij zet de parochianen door zijn ontwapenende en moedige optreden op een nieuw spoor.
In het christelijk geloof wordt verzoening mogelijk gemaakt door het offer van Christus. Daarmee komt de titel van de film in beeld: Corpus Christi – het lichaam van Christus. In de eucharistie wordt dit zoenoffer herdacht. Het eucharistisch brood wordt het lichaam van Christus in de sacramentele herhaling van het Laatste Avondmaal. Corpus Christi houdt ook een verwijzing in naar de gemeenschap van gelovigen (gedoopten) – de gemeenschap die in de film door de komst van Daniël een transformatie ondergaat. Het is geen toeval dat Daniël op Sacramentsdag – het feest van Corpus Christi – eerherstel van de zondebok aankondigt, al is het op dat moment tot ontsteltenis van zijn gehoor.
Twee werelden
Daniël – die in zijn nieuwe rol zelf een transformatie beleeft – brengt ook een offer: het verspelen van zijn vrijheid. Dat offer wordt in de film verbeeld, vlak voor zijn aftocht, tijdens zijn laatste optreden in de kerk. Bij de herdenkingsdienst voor het zevende slachtoffer verschijnt hij bij het altaar voor de verzamelde parochianen, met ontbloot en getatoeëerd bovenlichaam en wijduitgestrekte armen, precies onder het doek van de gekruisigde Christus – het doek met het Corpus Christi.
Daniël leeft niet in één, maar in twee werelden. In de ‘echte’ wereld is hij slachtoffer en dader tegelijk. ‘Wij zijn goed in het opgeven van mensen,’ houdt Daniël zijn parochianen voor, ‘Vergeven is niet vergeten. Het is het houden van iemand, ondanks een misstap.’ De nieuwe start die Daniël zijn parochianen aanreikt, krijgt hij zelf echter niet. Met zijn ‘priesterschap’ heeft hij zijn kans op vrijheid verspeeld.
In de buitenwerkplaats van de grimmige gevangenis lijkt het verleden zich te herhalen. De broer van het slachtoffer dat Daniël ooit heeft gemaakt, zoekt vergelding. In een poging tot zelfverdediging schiet Daniël door. Zwaar bebloed wordt hij door zijn kompanen vrij de straat op gegooid. De politie is dan met loeiende sirenes al in zicht.
‘Ieder van ons is een priester van Christus,’ hield Fr. Tomasz zijn gehoor in het begin van de film voor. Dat priesterschap van alle gelovigen is een ander grondmotief van de film – een grondmotief waarmee de film tegelijk een appel doet op eenieder van ons. De film toont leiderschap, ook waar de instituties het laten afweten en zelfs tegen die instituties in.
Daniël nam het priesterschap letterlijk. Daarvoor moet hij geloven aan de onverbiddelijke wetten van misstap en vergelding. Er is geen ruimte om genade voor recht te laten gelden. Het oordeel van de wereldlijke en geestelijke autoriteiten is hard. Zal Daniël zich met zijn lot kunnen verzoenen?
‘God gaat met ons mee,’ hield Fr. Tomasz ook zijn gehoor voor in de jeugdgevangenis. ‘Praat met God – hij zal je begrijpen.’ Voor Daniël (‘God is mijn rechter’) is dat wat er overblijft – en het vertrouwen op de rechter die hij draagt in zijn naam.
Reageren? Mail naar: Sophie.vanBijsterveld@ru.nl
Sophie van Bijsterveld is hoogleraar Religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit.